Te weinig katten worden gevaccineerd. Minder dan 50% van de katteneigenaars denkt eraan om hun kat te laten hervaccineren! Vaccins beschermen nochtans katten tegen verschillende besmettelijke en soms dodelijke ziekten.
Alle katten, ongeacht hun levensstijl, kunnen besmet zijn met Feline Infectieuze Panleukopenie-virus. De aanwezigheid van een besmet object in de omgeving is voldoende om een levensbedreigende darminfectie te veroorzaken. Deze ziekte treft vooral jonge katten en kan volledige nesten kittens doden.
De bovenste luchtwegaandoeningen van de kat (rhinitis, sinusitis ...) zijn gegroepeerd onder de term niesziekte. 2 hoofdvirussen zijn betrokken bij deze ziekte: calicivirus (C) en herpesvirus (R). Vaccinatie tegen niesziekte wordt geadviseerd voor alle katten. De ziekte is erg besmettelijk en dus daarom is het belangrijk om de symptomen te herkennen.
Feline leukemie is een dodelijke ziekte die wordt verspreid door direct contact tussen katten. Het veroorzaakt immunosuppressie die de gezondheid van de kat ernstig beïnvloedt, zelfs als de symptomen pas laat na de infectie verschijnen. Zodra de kat is besmet, is er niets meer aan te doen: de ziekte is ongeneesbaar. Gelukkig bestaan er vaccins om te voorkomen dat de kat door dit virus wordt besmet. Tegen deze ziekte is het de beste beschermingswijze. Het is raadzaam om alle katten die buitenkomen, of contact te hebben met andere katten te vaccineren.. Feline leukemie is een dodelijke ziekte die wordt verspreid door direct contact tussen katten
In België is vaccinatie tegen hondsdolheid niet langer verplicht, tenzij de kat naar het buitenland gaat. Deze vaccinatie kan nog steeds worden aanbevolen voor katten die buiten gaan en die eventueel geïnfecteerde honden of katten kunnen ontmoeten.
De eerste vaccinaties moeten plaatsvinden wanneer het kitten tussen 8 en 16 weken oud is, wanneer hij niet langer wordt beschermd door de antilichamen die door zijn moeder werden overgedragen. Een eerste algemene hervaccinatie wordt aanbevolen wanneer het kitten de leeftijd van één jaar bereikt, vanaf dan zullen er regelmatig herhalingsentingen dienen te gebeuren.
Zelfs als uw kat strikt binnenshuis leeft, moet hij worden gevaccineerd. Het is een misvatting, te denken dat deze katten vrijgesteld zijn van besmetting door virussen. Een huiskat kan bijvoorbeeld infectueuze panleucopenie (Typhus) oplopen zonder in direct contact te zijn geweest met een ziek dier. Dit virus is zeer resistent in de omgeving en kan worden overgedragen via een besmet object.
Vaccinatie is bedoeld om de verspreiding van ziektes te voorkomen en zo gezond te blijven. Het is net daarom dat de hond of de kat die in goede gezondheid verkeert ge-ent wordt. Bescherming tegen ernstige infectieziekten door vaccinatie is ervoor te zorgen dat het dier in goede conditie blijft.
Om te zorgen dat vaccins effectief blijven, moeten her-entingen gegeven worden gedurende de hele levensduur van de hond of kat. Het oudere dier is kwetsbaarder. Zijn lichaam, wiens immuunsysteem verzwakt. Het is daarom belangrijk om door te gaan met her-vaccinaties. Overleg met de dierenarts op het moment van de vaccinatie kan ook een gelegenheid zijn voor een grondig onderzoek.
Tijdens de eerste levensweken wordt de puppy of het kitten beschermd door antistoffen die door zijn moeder werden overgedragen via colostrum (melk van de eerste uren).
Deze maternale immuniteit verminderd echter in de loop van de tijd. Het zal dan nodig zijn om te vaccineren om infectieziekten te voorkomen. De primaire vaccinatie van puppy's en kittens zal bescherming mogelijk maken, maar het is niet voor het leven. Het is alleen door regelmatige her-entingen dat het een duurzame immuunbescherming induceert.
De bescherming die door een vaccininjectie wordt gegeven is niet voor de hele levensduur van het dier. Her-entingen zijn nodig om de immuniteit te behouden en effectief te blijven. De intervallen tussen injecties zijn afhankelijk van het vaccin, de ziekte en de leeftijd van het dier. De dierenarts stelt het vaccinatieschema op volgens deze parameters.
De veiligheid van het gebruik van vaccins wordt streng gecontroleerd. Vaccins moeten allemaal een tweeledig doel van werkzaamheid en veiligheid dienen. Ze worden daarom voor en na hun commercialisatie zeer serieus bestudeerd. Het potentiële gevaar voor de hond of kat is laag in vergelijking met de risico's die het loopt als het niet is ingeënt tegen ziektes die aanwezig zijn in zijn omgeving.
De hond of kat moet in goede gezondheid zijn om gevaccineerd te worden. Als er een groot aantal parasieten aanwezig is, is het immuunsyssteem te druk bezig om goed te kunnen reageren op een vaccinatie. Het is dan ook het beste om een paar dagen voor de vaccinatie te ontwormen. Een goed dieet is ook een deel van de belangrijke voorwaarden voor het optreden van een goede immuniteit.
Het vaccinatieconsult is een belangrijke afspraak met de dierenarts. Het is een echte gezondheidscontrole. Het primaire doel is om de hond of kat te vaccineren tegen infectieziekten. Vaccinatie van een dier dat nog nooit eerder is gevaccineerd, vereist meerdere injecties met een interval van enkele weken. Het aantal injecties en het interval ertussen worden bepaald door de dierenarts.
Het vaccinatieconsult is ook een moment van uitwisseling tussen de dierenarts, het dier en de eigenaar. De dierenarts kan de hond of kat voor elk probleem onderzoeken. Hij/zij kan de voeding, het gedrag, de follow-up van de chronische gezondheidsproblemen, de antiparasitaire middelen, enz. bespreken.
Bij een puppy of kitten is elk vaccinatiebezoek een gelegenheid om de balans op te maken aangaande de groei, de opvoeding, eten en gedrag. Bij een ouder dier kan het vaccinatiebezoek een gelegenheid zijn om een bloedtest te ondergaan.
De impact van vaccinatie op ziekten hangt samen met het aantal gevaccineerde dieren. Als we stoppen met vaccineren, zal de frequentie van ziekten toenemen en zullen er grote epidemieën ontstaan. Sommige ziekten komen voor bij zowel mensen als dieren, dit noemt men zoönosen. Gevaccineerde dieren beschermen dan ook de menselijke populatie. Het mooiste voorbeeld is rabiës. Doorgaan met vaccineren tegen hondsdolheid is om het risico te beperken dat deze dodelijke ziekte terugkeert.
Vaccinatie is belangrijk voor uw huisdier als individu, maar ook om het heroptreden van ziekten te beletten.
Afhankelijk van de reisbestemming kunnen een aantal extra vaccinaties nodig zijn. Het is belangrijk om contact op te nemen met de plaatselijke autoriteiten om de voorschriften te kennen, en dit enkele maanden vóór het geplande vertrek. Hondsdolheid is verplicht bij het overschrijden van grenzen. Rond het middellandse-zeegebied (Spanje, Griekenland, Italië en Zuid-Frankrijk) heerst een ziekte die leishmaniasis van de hond wordt genoemd, hiervoor zijn specifieke beschermende maatregelen noodzakelijk.
U gaat deze site verlaten
De informatie weergegeven op deze site is afhankelijk van de lokale wettelijke regelgeving.