De oorzaak van diarree kan besmettelijk of niet besmettelijk zijn dan wel een combinatie van beiden.
De meest voorkomende infectieuze ziekteverwekkers bij neonatale kalverdiarree zijn o.a. rotavirus, coronavirus en enteropathogene E. coli. Andere geïdentificeerde pathogenen zijn Cryptosporidium spp., Salmonella spp., Giardia spp. en Eimeria spp.1
De pathogenen veroorzaken schade in het maagdarmkanaal wat verhoogde secretie en verminderde absorptie van vloeistoffen tot gevolg heeft. Het kalf verliest snel vocht, elektrolyten en nutriënten. Wanneer dit onbehandeld blijft, treedt snelle dehydratie op met vaak fatale afloop.
Veel van deze ziekteverwekkers overleven lange tijd in de omgeving en veroorzaken zoönosen. Personen die in contact komen met kalveren of huisvesting dienen dan ook een strikt hygiëne protocol te volgen, omdat de voornaamste infectieroute via direct contact met infectieuze faeces of via opname van besmet drinkwater verloopt.
Infectieuze oorzaken:
Niet-infectieuze oorzaken kunnen zijn:
• voedingsfouten: wisselende voertijden, mengfouten, gebruik van vuil materiaal / leidingen
• verkeerde drinkwatertemperatuur, overvoeren, gemengd aanbieden van melk en ruwvoer
• voedingsdiarree: gewenning aan de melkpoeder gedurende de eerste week
• huisvesting: vocht, tocht, vervuilde materialen
• medicijnen: bijwerkingen, verkeerde toepassing
In de darm van het kalf is er een broos evenwicht tussen de opname van vocht (resorptie) en de afgifte van darmsappen (secretie: ongeveer 6 liter per uur). Dit evenwicht kan door vele besmettelijke of niet besmettelijke oorzaken verstoord worden. Het gevolg is het verlies van een (grote) hoeveelheid vocht met de ontlasting: diarree.
Symptomen
De volgorde waarin de verschijnselen optreden bij vochtverlies via de darm zijn:
• lusteloosheid
• verminderde eetlust
• zwakke of afwezige zuigreflex
• koude neus, oren en poten als gevolg van een verminderde bloeddoorstroming
• uitdrogingsverschijnselen (diepliggende ogen, verminderde huidelasticiteit)
• hijgen als gevolg van een compensatie van de verzuring van het kalf
• slap worden en veel liggen (met name kalveren)
• onderkoeling in de eindfase (< 38,0°C), eventueel overgaand in shock.
Afhankelijk van de oorzaak kunnen deze verschijnselen traag tot zeer snel (binnen enkele uren) verlopen.
De behandeling is erop gericht de darmflora zo snel mogelijk weer normaal te laten functioneren en in eerste instantie bedoeld om het kalf of het rund te genezen. Tegelijkertijd zorgt behandeling ervoor dat de ziekte zich niet verspreidt. Het is belangrijk om op tijd, d.w.z. bij de eerste verschijnselen, te starten met de behandeling. Hoe eerder gestart wordt, des te beter het resultaat.
Behandelen van kalveren met diarree:
Essentiële maatregelen bij de behandeling van kalveren:
1. Op peil brengen van de vocht- / elektrolytenbalans. De hoeveelheid vocht dient voldoende te zijn voor onderhoud en ter compensatie van verliezen (dit kan bij een kalf van 50 kg oplopen tot 10 liter per dag). Dit kan d.m.v. een elektrolytenmix, zoals Enerlyte Plus en Diaproof Pro. Het is belangrijk het vocht meerdere keren per dag te verstrekken.
Tijdstip | Melk* | Elektrolyten |
Vroege ochtend | 1,5 - 2 liter | |
Halverwege de ochtend | 1 - 2 liter | |
Begin van de middag | 1,5 - 2 liter | |
Halverwege de middag | 1 - 2 liter | |
Begin van de avond | 1,5 - 2 liter | |
Late avond | 1,5 - 2 liter |
* Er wordt gestreefd om ten minste 14% van het lichaamsgewicht te geven
2. Eventueel toedienen van antibiotica om secundaire bacteriële infecties te voorkomen
3. Eventueel toedienen van een pijnstiller of darmontspannend middel
4. Verwarm het kalf door het op een rubbermat of in het stro te leggen. Bijverwarmen met een warmtelamp of dekentje voorkomt onderkoeling
5. Bij zeer slappe kalveren die in korte tijd veel vocht verloren hebben kan de toediening van een elektrolyteninfuus door de dierenarts levensreddend zijn.
De nazorg bij een kalf dat een infuus heeft gehad is enorm belangrijk
Bij het optreden van diarree en ter voorkoming van verdere gevolgen voor de rest van de kudde is het altijd goed om de volgende zaken na te gaan en waar nodig aan te passen:
• Controleer melkaanmaak en verstrekking
• Reinigen van het voersysteem en zorgen voor optimale hygiëne
• Droog houden van stal en roosters
• Als de weersomstandigheden hierom vragen de stal bijverwarmen
• Eventueel 3x daags voeren
Virbac heeft een breed assortiment van producten voor de kalvergezondheid met diagnostiek in het veld (Speed V-Diar 4™ & Speed Giardia), therapie (o.a. Enerlyte® Plus en Diaproof Pro) een vergunning verkregen voor het in de handel brengen van Bovigen® Scour.
Naast het gebruik van een vaccin zijn de onderstaande aandachtspunten van groot belang om een optimaal resultaat te boeken:
1. Optimaliseren huisvestiging en hygiëne
2. Biestmanagement
3. Voeding
1. Optimaliseren huisvestiging en hygiëne:
• schone afkalfstal
• schoon materiaal en hokken
• individuele huisvesting gedurende ten minste 1 week
• looproutes van jong naar oud
• altijd streven naar all in - all out
• reinigen en desinfecteren hokken (meeste desinfecteermiddelen zijn niet effectief tegen Cryptosporidiose)
2. Biestmanagement:
• Biest wordt in de eerste 24 uur opgenomen
• Biest van de eerste melkbeurt bevat de hoogste concentratie antistoffen
• Alle weerstand in het bloed na 48 uur is afkomstig van de biestverstrekking
• Pas de 4 V's toe: Vlug, Veel, Vaak, en Vers
3. Voeding:
• Bereiding melk:
- Goede kwaliteit kunstmelk
- Bereiding juiste temperatuur, juiste concentratie, geen klonters
- Geven op juiste temperatuur (38-40 °C)
• Altijd beschikking over schoon drinkwater
• Vanaf 2e levensweek ruwvoer en krachtvoer aanbieden
Biest bevat eiwitten, essentiële aminozuren, vetzuren, lactose, vitaminen en mineralen die allen cruciaal zijn voor een normaal metabolisme en normale ontwikkeling van het kalf. Daarnaast levert colostrum beschermende ingrediënten zoals: hormonen, groeifactoren, leukocyten, insuline, lactoferrine en immunoglobinen.
Schematische weergave van ‘gut closure‘ en afname kwaliteit biest in de tijd.
Voor de opbouw van bescherming via de biest is een opbouw van humorale immuniteit essentieel!
De essentie van biestmanagement is eenvoudig te onthouden met de 4V’s:
De passieve immuniteit start met biestvoeding en is afhankelijk van voldoende opname door de kalveren na de geboorte.
Naast de 4 V's zijn er nog veel andere preventieve maatregelen wenselijk die zorgen voor een optimale start van het kalf. Onvoldoende opname van antilichamen uit de biest resulteert in lage gehaltes circulerende antilichamen in het bloed en heet ‘Failure of Passive Transfer’. Hierdoor loopt het kalf een significant hoger risico op ziekte en sterfte.
Kalf met diarree: hoe het opnieuw hydrateren?
U gaat deze site verlaten
De informatie weergegeven op deze site is afhankelijk van de lokale wettelijke regelgeving.